Een priester wordt door de bisschop gewijd om in naam van Jezus en de kerkgemeenschap een goede herder te zijn voor alle mensen en bijzonder voor hen bij wie hij benoemd is. Over de priester zei erebisschop Paul Schruers: “De priester is de dienaar van een dubbele vriendschap: hij is de dienaar van de vriendschap van God naar de mensen en van de vriendschap van de mensen onder elkaar.”